In bijzondere omstandigheden kan de Permanente Commissie beslissen om het evenement af te gelasten. Relevante informatie daaromtrent zal zo snel mogelijk aan alle betrokken instanties en personen worden doorgegeven via de media en via deze website. Ook de door de Koninklijke Nederlandse Kaatsbond (KNKB) aangewezen scheidsrechter kan, in bijzondere omstandigheden, voor aanvang of tijdens de wedstrijd besluiten om over te gaan tot afgelasting.
Als de wedstrijd wordt afgelast voordat die is begonnen, dan gelden de volgende regels:
- Het PC-kaatstoernooi wordt verplaatst naar het daaropvolgende kalenderjaar
- Alle verkochte kaarten voor zitplaatsen blijven geldig voor het daaropvolgende kalenderjaar
- Er vindt geen restitutie plaats van entreegelden voor reeds verkochte zitplaatsen
- De uitvoering van een en ander is aan de Koninklijke Permanente Commissie
Als de wedstrijd wordt afgelast tussen aanvang van het PC-kaatstoernooi en 12:00 uur èn de eerste omloop is nog niet afgerond, dan gelden de volgende regels:
- Het PC-kaastoernooi wordt verplaatst naar het daaropvolgende kalenderjaar
- Er is sprake van restitutie van 50% van alle entreegelden voor alle verkochte zitplaatsen
- Landkaarthouders (staanplaatsen) kunnen tegen vertoon van een betalingsbewijs 50% van het entreegeld terugkrijgen aan de kassa
- De uitvoering van een en ander is aan de Koninklijke Permanente Commissie
Als er sprake is van uitstel nadat de eerste omloop van het PC-kaatstoernooi is afgerond, dan gelden de volgende regels:
- Het kaatstoernooi wordt, indien mogelijk, vervolgd op de zaterdag volgend op de woensdag waarop de PC is afgebroken
- Er is geen sprake van restitutie van entreegelden voor verkochten zitplaatsen en/of staanplaatsen
- Alle zitplaatsen en staanplaatsen blijven geldig voor het uit te spelen toernooi
- Zitplaatsen kunnen niet worden gegarandeerd
- Zitplaatsen worden 'vrije' zitplaatsen: met een geldig bewijs kan een zitplaats worden verkregen
- Locatie en aanvangstijd zullen in overleg met de KNKB nader worden bepaald
- De uitvoering van een en ander is aan de Koninklijke Permanente Commissie.
In situaties waarin het protocol niet voorziet, beslist het bestuur van de Koninklijke Permanente Commissie.