Klaas W. Kooistra (1903 - 1955)

Klaas Wiebrens Kooistra werd in 1903 in Dokkum geboren. Al op jonge leeftijd zou hij de handschoen aantrekken en in de jongenscategorie enkele prijzen winnen. Toen hij zestien jaar oud was won Klaas voor de kaatsvereniging ‘Oostergo’ uit Dokkum de Freulepartij in Wommels en mocht het traditionele gouden horloge in ontvangst nemen. Een jaar later, in 1920, won hij het Nederlandse kampioenschap voor junioren (de Jong­ Nederland partij). En als klap op de vuurpijl weer een jaar later het Nederlandse kampioenschap. Hij was daarbij in goed gezelschap van zijn getalenteerde stadgenoten Ids Jousma en Germ Koster. Dit was een zeer sterk trio dat op afdelingswedstrijden veel medailles voor de kaatsvereniging uit Dokkum aan het vaandel bracht.

Mede door deze sterke afdelingsformatie verzamelde voorinse en tweede opslager Kooistra veel punten. Zijn topjaar was 1921, toen hij eenendertig punten vergaarde. Kooistra’s uitslag was enigszins aan de korte kant, vandaar dat hij de voorperkplaats innam. Deze sympathieke kaatser zou het klaverblad van vier volmaken in 1928 toen hij de PC won en tot koning werd uitgeroepen. In 1930 zegevierde hij opnieuw op deze hoogtijdag. Hij schreef dus twee PC­-overwinningen op zijn naam, maar dat had er een meer kunnen zijn.

In 1924 kwam hij, door bandenpech, te laat op de PC en zijn partuur werd door de scheidsrechter van de lijst verwijderd. Bij zijn partuurgenoot Germ Koster is dit verhaal al uitvoerig beschreven. In 1932 kreeg Kooistra te kampen met schouderklachten en was het feitelijk afgelopen met zijn optreden op het hoogste niveau. In 1937 won hij, in zijn woonplaats Dokkum, een tweede en tevens de laatste prijs in zijn kaatscarrière.

Een triest voorval maakte hij in de oorlog mee. Op zekere dag kwamen de Duitse bezetters Dokkum binnenrijden. Bij de brugwachterswoning stond Kooistra met meerdere inwoners te praten. Plotseling openden de soldaten het vuur. Twee personen waren op slag dood en Kooistra kreeg een schot door de long en werd vervolgens in een personenauto naar het ziekenhuis in Leeuwarden vervoerd. Ook zijn vader Wiebren werd geraakt en moest verder als invalide door het leven. Jarenlang zijn de kogelgaten in de muur van de brugwachterswoning zichtbaar gebleven. Ook Klaas Wiebrens Kooistra, die in het dagelijkse leven koperslager was, bleef blijvend invalide en stierf op tweeënvijftigjarige leeftijd aan een longziekte.