Johannes (Johan) Halbesma (1941)
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
- E-mailadres
Woonplaats: | Harlingen |
PC-koning: | 1964 |
Deelnemer PC: | 1959-1975 |
Aantal deelnames: | 15 |
PC-puntentotaal: | 11 (2, 1, 3) |
Johannes (Johan) Halbesma, geboren in 1941 in Harlingen, zou in de zestiger en zeventiger jaren uitgroeien tot één van de smaakmakers onder de prominente kaatsers in die tijd. In zijn jeugd was dat nog niet zozeer het geval, want alleen de vijfde prijs op de Freulepartij in Wommels in 1958 sprak enigszins tot de verbeelding. Halbesma had destijds de pech dat er veel goede jeugdkaatsers in Harlingen waren waardoor hij niet voor een toppartuur in aanmerking kwam. Zijn eerste succes van enige importantie was in 1959 toen hij op de PC de derde prijs won.
Hij werd in 1960 reservehoofdklasser en een jaar later promoveerde hij naar de hoofdklasse en daarin zouden de successen spoedig volgen. De altijd met een witte pet getooide achterinse Halbesma had een uitstekend reactievermogen, was in het veld en op de bovenlijn groots, had voldoende uitslaglengte om van achteruit het perk de bovenlijn ruimschoots te passeren, was een teamleider bij uitstek en was verbaal van ongeëvenaarde klasse. De humoristische opmerkingen van de opgeruimde en goedlachse speler vielen bij het publiek zeer in de smaak. Hij sprak bovendien nooit een onvertogen woord tegen zijn medespelers als die eens faalden, kortom hij was een lust voor het oog in het veld. Vele successen konden in de boeken worden bijgeschreven. Zo won hij driemaal het Nederlandse kampioenschap voor de kaatsvereniging ‘Eendracht’ uit Harlingen, telkens met Hotze Schuil en Johan Jansen, en werd tweemaal tweede.
Ook op de PC was hij uitermate succesvol. Naast de vierde prijs in 1974, de derde prijs in 1959 en 1971 en de tweede prijs in 1975, won hij dat kaatsevenement twee keer. Zowel in 1964 als in 1967 stond hij op de hoogste trede van het erepodium. In 1964 als koning in het midden, geflankeerd door Rienk de Groot en Sjoerd Heeringa. Ook op internationale wedstrijden wist hij enkele prijzen in de wacht te slepen. Later verhinderden drukke werkzaamheden hem, als directeur van een visfileerbedrijf, zich optimaal op wedstrijden voor te bereiden, waardoor de motivatie ook minder werd. In 1976 zette hij definitief een punt achter zijn glansrijke kaatscarrière en daarmee verdwenen tevens de komische noten van de kaatsvelden.
Hij verzamelde 429 punten, werd ‘slechts’ acht keer koning en won in 1967 het puntenklassement. In 1971 trad hij toe tot het hoofdbestuur van de KNKB en had onder andere de post ‘internationale contacten’ in zijn portefeuille. In 1982 nam hij afscheid van het hoofdbestuur omdat hij die functie niet langer combineren kon met zijn ongeregelde werktijden als directeur van genoemde visverwerkende industrie. Hij werd voor zijn inzet onderscheiden als lid van verdienste. Nadien vertoonde hij zich als toeschouwer niet meer zo regelmatig bij kaatswedstrijden. Wel leverde hij zijn bijdrage aan het boek ‘De Lange’, waarin hij zijn belevenissen beschreef met Hotze Schuil, de keizer onder de kaatskoningen, en waarmee hij vele successen voor de kaatsvereniging ‘Eendracht’ uit Harlingen behaalde.