Rinze R.Yetsenga (1898 - 1973)
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
- E-mailadres
Woonplaats: |
Arum |
PC-koning: | 1922 |
Deelnemer PC: | 1917-1941 |
Aantal deelnames: | 20 |
PC-puntentotaal: | 9 (2,0,3) |
Rinze Rinzes Yetsenga woonde, evenals zijn grootvader en vader, op een veeteeltbedrijf even buiten Arum. Hij zou in de loop der jaren een voorname positie innemen bij de veefokkerij en vele keuringen winnen. Op dertienjarige leeftijd begon hij met kaatsen. Hij won zijn eerste prijs in Schalsum en viel daar voornamelijk op door de ballen vele malen en ver boven te slaan. Het bestuur verzocht hem hiermee te stoppen, omdat er geen nieuwe ballen meer voorradig waren.
Voor de in 1898 geboren Yetsenga begon de echte kaatsloopbaan in 1917. Hij kwam toen in parturen terecht die regelmatig tot de prijzen doordrongen. Vooral met zijn vriend en befaamd veefokker Jan Ymtes Heeg, vormde hij één van de beste perkduo’s in die tijd. Hij beschikte over enorme uitslagcapaciteiten, maar zijn opslag mocht er ook zijn. De kleding die deze sportieve en enthousiaste speler in het veld droeg was opvallend. Hij had namelijk op jonge leeftijd een ernstig ongeluk aan zijn benen gehad en daarom kreeg hij dispensatie voor het dragen van een lange witte broek. Ook zijn onmiskenbare witte pet viel op.
Op de PC was hij succesvol in de jaren 1921 en 1922. Beide keren won hij met Taede Zijlstra en Jan Ymtes Heeg en in laatstgenoemd jaar werd hij tot koning uitgeroepen. Het hadden meer zege’s kunnen zijn ware het niet dat Yetsenga twee keer verstek moest laten gaan vanwege trieste familieomstandigheden.Vlak voor de PC van 1919 overleed zijn zuster en in 1923 overleed zijn vader op hetzelfde tijdstip. In 1921 werd er een tijd niet door Yetsenga gekaatst. In februari van dat jaar vertrok hij als verzorger met een boot vol Fries rundvee vanuit Amsterdam naar Argentinië. De bedoeling was om het vee daar te showen en tenslotte te verkopen. In de zomer kwam hij in Friesland terug.
In 1922 kreeg Yetsenga een flinke tegenslag te verwerken. Hij kreeg last van een kaatsarm, maar door tactisch te kaatsen hield hij het nog twintig jaar vol. Ook op het ijs kon Yetsenga prima uit de voeten. Zo reed hij de elfstedentocht op de schaats in 1933, 1940, 1941, 1942 en 1947 met succes uit. Vooral de tochten van 1940 en 1947 staan als ‘onmenselijk’ te boek. Op vijfenzeventigjarige leeftijd stierf Rinze Rinzes Yetsenga te Leeuwarden en werd hij in Arum begraven.