Reinder Terpstra (1908 -1977)

Reinder Terpstra werd, als zoon van oud­kaatser Klaas Terpstra, in 1908 in Bitgum geboren. Bij de jeugd won hij weinig prijzen, al was de derde prijs op Reinder ­Terpstra de Freulepartij in Wommels in 1925 een prima prestatie. Terpstra, die geen uitblinker in het kaatsen zou worden, was opslager en soms heel wisselvallig op dat onderdeel. Wanneer de concentratie ontbrak, had hij vele missers. Was de geconcentreerdheid wel aanwezig dan sloeg hij subliem op. Zijn tussenspel en ook het perkspel waren, vanwege zijn niet optimale wendbaarheid, niet geweldig. Hij won zijn eerste gouden horloge in 1927 in Leeuwarden.

Door een reglementswijziging van het Hoofdbestuur in dat jaar, waarbij twee hoofdklassers beslist met een junior moesten kaatsen, werd Terpstra als junior gevraagd door het gouden duo Klaas Kuiken en Ids Jousma. De bijdrage van Terpstra aan de overwinning was niet zo groot, omdat hij alleen de tweede opslag voor zijn rekening mocht nemen.

In 1928 was er een bijzondere uitnodiging voor Terpstra, want hij mocht als opslager meedoen aan een demonstratie­kaatspartij op de negende Olympische Spelen te Amsterdam. Als herinnering aan die partij kreeg hij een fraaie medaille uitgereikt. In 1930 won de Terpstra, ietwat verrassend, de PC met Nanke Koopmans en Klaas W. Kooistra en werd tot koning uitgeroepen.

Na een verblijf van acht seizoenen in de hoofdklasse was hij genoodzaakt zich, vanwege reumatische klachten, van het hoogste niveau terug te trekken. Twee jaar later probeerde hij alsnog terug te komen, maar de snelheid van zijn opslag was voorgoed voorbij. In 1940 nam hij afscheid van het kaatsen. Reinder Terpstra, die zuivelarbeider van beroep was, overleed in 1977.