Cees Kamminga (1914 - 1996)

Cees Kamminga werd als zoon van een schoenmaker in 1914 in Arum geboren. Op dertienjarige leeftijd begon hij te kaatsen en het eerste aansprekende succes behaalde hij in 1930. In dat jaar versloeg het partuur van Arum op de Freulepartij te Wommels verrassend het favoriete partuur van Raerd in de finale.

In 1933 kreeg dat succes een vervolg op het Nederlandse kampioenschap voor junioren (de Jong­ Nederlandpartij), waar eveneens de eerste prijs in de wacht werd gesleept. Kamminga, een kalme en sympathieke speler, was inmiddels doorgedrongen tot de hoofdklasse en 1936 leek een gouden jaar voor hem te zullen worden. Hij had namelijk het gehele jaar geformeerd met de kaatssterren Klaas Kuiken en Sjouke Helfrich. Helaas zou het seizoen begin juni op een drama uitlopen. Timmerman Kamminga kwam toen met zijn linkerhand in een cirkelzaag van zijn werkgever terecht en in het ziekenhuis te Leeuwarden moesten twee vingers gedeeltelijk worden geamputeerd. Zijn kaatsseizoen was hiermee ten einde. Wel waren er veel bloemen van meelevende kaatsers uit de hoofdklasse.

Gelukkig was de kaatsloopbaan van voorinse en tweede opslager Kamminga nog niet voorbij. In 1937 wist hij al weer diverse prijzen in de wacht te slepen en in 1938 werd hij winnaar van de PC en werd bovendien tot koning gekroond. In 1941 won hij zijn laatste eerste prijs in de hoofdklasse. Daarna verdwenen de kracht en de souplesse uit zijn spel en hij zou zijn kaatscarrière niet lang na de Tweede Wereldoorlog beëindigen. Cees Kamminga was vervolgens nog jarenlang bestuurslid van de kaatsvereniging ‘Willem Westra’ uit Arum en in 1996 overleed hij.